Boetebeding en Rentebeding in ROZ-voorwaarden Onredelijk

Door Nicolette de Bont

Het boetebeding en het rentebeding in de ROZ-voorwaarden – algemene voorwaarden voor huur – zijn onredelijk. Die bedingen komen daarom voor vernietiging in aanmerking.

Volgens de algemene huurvoorwaarden voor woonruimte van 30 juli 2003, de zogeheten ROZ-voorwaarden, die in de meeste gevallen van toepassing worden verklaard op huurovereenkomsten voor woonruimte, kunt u als verhuurder een boete vorderen van de huurder die een huurachterstand heeft laten ontstaan. Daarnaast kunt u als verhuurder contractuele rente van 1 procent per maand vorderen.

Maar… dat is nu verleden tijd. Beide bedingen worden in de rechtspraak als onredelijk beschouwd.

Boetebeding

Het boetebeding houdt in dat voor elke dag dat de huurder in verzuim is, u als verhuurder € 25,00 aan boete kunt opleggen met een jaarlijkse indexering vanaf 2004. Deze boetes kunnen oplopen tot bedragen die de hoofdsom ver te boven gaan.

Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft in een arrest van 16 juli 2013 geoordeeld dat het boetebeding als zodanig in strijd is met de redelijkheid en billijkheid zodat geen beroep op dit beding kan worden gedaan door de verhuurder. Aan deze beslissing ligt ten grondslag:

  • het feit dat er niet afzonderlijk over het boetebeding is onderhandeld,
  • dat er geen maximum aan de boete is verbonden en
  • dat het boetebeding geldt voor alle verplichtingen uit de huurovereenkomst, ongeacht de aard en de ernst en de omvang van de tekortkomingen (en dus niet aan bepaalde verzuimen is verbonden).

Het Hof Arnhem-Leeuwarden baseert haar uitspraak op een eerder door het Europese Hof gewezen arrest van 30 mei 2013. In deze uitspraak oordeelde het Europese Hof dat een boetebeding in een consumentenovereenkomst waarover niet afzonderlijk is onderhandeld en dat als oneerlijk moet worden aangemerkt, moet worden vernietigd.

Het Europese Hof verwijst daarbij naar een EU Richtlijn betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (Richtlijn 93/13/EEG). De boete mag ook niet door de rechter worden gematigd, maar dient in het geheel te worden afgewezen.

Contractuele rentebeding

Ook is recentelijk in de jurisprudentie voor consumentenovereenkomsten veel aandacht besteed aan het contractuele rentebeding en wordt aangehaakt bij dezelfde richtlijn van de Europese Unie betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. Het contractuele rentebeding komt in algemene huurvoorwaarden voor woonruimte voor in artikel 20.2 en bepaalt dat over de huurachterstand contractuele rente is verschuldigd van 1 procent.

Maar het kan ook in andere algemene voorwaarden voorkomen waaraan consumenten zich binden, bijvoorbeeld een aanneemovereenkomst, waarbij dan contractuele rente wordt bedongen over openstaande facturen.

De Hoge Raad heeft op 13 september 2013 geoordeeld dat de rechter ambtshalve, dus zonder uitdrukkelijk verzoek daartoe van één van de procespartijen, dient te onderzoeken of het rentebeding oneerlijk is in de zin van Richtlijn 93/13 EEG. Indien de rechter tot een bevestigend oordeel komt, moet hij deze ambtshalve vernietigen.

Wanneer wordt een beding als oneerlijk aangemerkt?

Bij de vraag of een beding oneerlijk is, kunnen (onder andere) onderstaande criteria van doorslaggevend belang zijn:

  • Is de wederpartij een consument, dus niet handelend in de uitoefening van een beroep of bedrijf?
  • Is er afzonderlijk onderhandeld over het beding (artikel 3 van de Richtlijn 93/13 EEG).
  • De hoogte van de contractuele rente ten opzicht van andere rentes, zoals wettelijke rente en rente op het consumentenkrediet (waarbij laatstgenoemde rente tevens geen incassokosten mogen worden gevorderd).
  • Wordt de contractuele rente in tijd of naar situatie beperkt?

Niet van belang is of in de vordering de contractuele rente of de aanspraak op andere vergoedingen is beperkt. Het beding wordt dus geheel sec en in het licht van de overige bepalingen van de huurovereenkomst en algemene voorwaarden beoordeeld.

De Hoge Raad oordeelde dat het niet relevant is of er verweer is gevoerd tegen de gevorderde rente. Op basis van rechtspraak van het Europese Hof dient de rechter (zowel in eerste aanleg als in hoger beroep) op eigen initiatief te onderzoeken of een dergelijk contractueel beding als oneerlijk moet worden aangemerkt. Dit geldt overigens naar analogie ook voor de boeteclausule.
Bespreek afzonderlijke bedingen apart met de consument

Conclusie

In de praktijk betekent dit dat als u een overeenkomst sluit met een consument en daarop uw algemene voorwaarden van toepassing verklaart, u dergelijke bedingen afzonderlijk met de consument dient te overleggen en ook uit te leggen en dat u boetes en rente beperkt in tijd en in bedrag en/of alleen in bepaalde situaties van toepassing verklaart.

Over de auteur

Nicolette de Bont is juridisch medewerker bij RWV Advocaten en werkzaam bij de afdeling incasso.