‘Rb Neemt Onterecht Eigen Schuld aan bij Renteswap’

Door Rik Harmsen
eigen schuld renteswap

ABN Amro moest onlangs schadevergoeding betalen vanwege een niet passend advies over een renteswap. De rechtbank kende echter niet de volledige schade toe, omdat er ook sprake was van eigen schuld bij de klant. Een twijfelachtige uitspraak.

In deze zaak ging het om twee leningen met een renteswap die vervroegd werden afgelost. De renteswap bleef na aflossing in stand, en liep nog jaren door met alle kosten van dien. Want door de gedaald rente had de swap een negatieve waarde.

Uit de feiten van het onderhavige geval leidt de rechtbank af dat de bank niet alleen is opgetreden als aanbieder van financiële producten, maar ook als adviseur. Op grond daarvan heeft de bank een zorgplicht. De omvang van die zorgplicht hangt af van de omstandigheden van het geval, waarbij een rol spelen de deskundigheid en de relevante ervaring van de klant, de ingewikkeldheid van het desbetreffende product en de aan het product verbonden risico’s.

Schending zorgplicht

De rechtbank honoreert de klacht dat de looptijd van de renteswap niet juist was afgestemd op die van de leningen. Volgens de rechtbank is niet komen vast te staan dat bij het aangaan van de renteswap de onderneming overtuigd was dat het de leningen niet na vijf jaar, maar pas veel later zouden aflossen. Met andere woorden: er kan niet worden vastgesteld dat de onderneming om die reden bewust voor een renteswap van zes jaar (in plaats van vijf jaar) had gekozen.

Het advies om een renteswap te sluiten met een langere looptijd dan de onderliggende leningen vindt de rechtbank geen passend advies. Evenmin had de bank de onderneming voorafgaand aan de totstandkoming van de renteswap volledig, juist en begrijpelijk geïnformeerd over het specifieke risico dat aan het einde van de looptijd van de leningen (of bij vervroegde aflossing daarvan) de renteswap grote nadelige financiële gevolgen kan hebben bij een dalende Euribor-rente. De bank moest bewijzen dat zij de klant hier wel op gewezen had, maar de rechtbank oordeelde dat de bank daarin niet was geslaagd. De conclusie van de rechtbank luidt dat de bank haar zorgplicht had geschonden en schadeplichtig is.

Looptijd lening

De rechtbank neemt aan dat als de onderneming wel goed was geïnformeerd, zij niet gekozen zou hebben voor een langere looptijd van de renteswap dan vijf jaar. Maar dat betekent volgens de rechtbank nog niet dat het bedrijf ook gekozen zouden hebben voor een kortere looptijd dan vijf jaar. Op dit punt had de onderneming onvoldoende informatie verstrekt aan de rechtbank. Dat betekent dat de rechtbank geen rekening houdt met de schade die was ontstaan tussen de vervroegde aflossing van de lening en de datum waarop de leningen contractueel zouden aflopen.

Eigen schuld

De onderneming heeft in de ogen van de rechtbank ook eigen schuld. Zij had tussen het moment waarop de gesloten renteswap door de bank schriftelijk werd bevestigd en vóór het moment waarop deze inging haar vraagtekens bij de looptijd moeten zetten en daarover aan de bel moeten trekken. Doordat zij dat achterwege heeft gelaten, dienen zij 40 procent van de schade zelf te dragen.

Uit dit vonnis kunnen we de volgende dingen leren:

Een bank die adviseert, moet instaan voor de kwaliteit van haar advies. Het adviseren van een renteswap van zes jaar voor een onderliggende financiering van vijf jaar is een slecht advies. De bank kan daar nog mee wegkomen als ze kan aantonen dat ze de klant voorafgaand aan het afsluiten van de renteswap volledig, juist en begrijpelijk heeft geïnformeerd over de specifieke risico’s van de betreffende renteswap (rekening houdend met de doelstelling waarvoor de renteswap is afgesloten). In dit geval had de bank de klant expliciet moeten wijzen op het risico dat de renteswap een speculatief karakter zou krijgen en dat dat bij een dalende Euribor-rente nadelige financiële gevolgen zou hebben.

Bewijslast bij bank

Dat de bank de bewijslast kreeg van haar stelling dat zij de klant wel goed had geïnformeerd, volgt uit de vaststelling van de rechtbank dat de bank als adviseur een niet passend advies had gegeven. Zou de bank in dit geval geen adviesrol gehad hebben, dan zou het voor de hand hebben gelegen dat de klant had moeten bewijzen dat zij onvoldoende was geïnformeerd. Of die daarin zou zijn geslaagd, blijft in het ongewisse.

Daarnaast zou zonder een adviesrol van de bank de door de rechtbank gehanteerde norm (volledig, juist en begrijpelijk informeren over de specifieke risico’s) misschien minder streng zijn gehanteerd. Het is dus van groot belang om vast te stellen welke pet de bank op had bij het afsluiten van de renteswap.

Opmerkelijk

Opmerkelijk is de uitspraak over de eigen schuld van de onderneming. De rechtbank vond dat het bedrijf nadat de renteswap was bevestigd en voordat die inging bij de bank aan de bel had moeten trekken. Voor dit oordeel van de rechtbank was bepalend dat in de bevestigingsbrief van de renteswap (die pas ruim een maand na afsluiten daarvan was verstuurd) informatie stond die bij de alarmbel had moeten laten klinken.

Naar mijn menig laat dit oordeel zich slecht rijmen met het oordeel van de rechtbank (en andere jurisprudentie) dat de bank de ondernemer voorafgaand aan het sluiten van de renteswap behoorlijk moest informeren over de specifieke risico’s.

Over de auteur

Bekijk het profiel van Rik Harmsen, advocaat financieel recht bij immix advocaten in Zeist.