Verdachtenverklaring na Diefstal Door Personeel Ongeldig

Bij diefstal door personeel, moet de betrapte medewerker vaak een ‘verdachtenverklaring’ te tekenen. Op basis hiervan verklaart de medewerker zich schuldig aan verduistering en wordt een terugbetalingsregeling aangegaan. De vraag is of zo’n verklaring in alle gevallen afdwingbaar is.
Rechtbank Amsterdam heeft op 6 maart 2014 beslist dat dit niet het geval is. Werkneemster, 18 jaar oud, heeft als kassière en oproepkracht gewerkt in een filiaal van Albert Heijn in Amsterdam. De filiaalmanager had werkneemster medegedeeld dat de arbeidsovereenkomst direct werd opgezegd omdat zij er van werd verdacht ten minste € 2.500,- te hebben verduisterd.
Op de ‘verdachtenverklaring’ had de werkneemster met de hand geschreven: “Ik heb meerdere keren geld uit de kassalade gehaald en in mijn zak gestopt. Tevens heb ik emballagebonnen aangeslagen en de waarde van die bonnen in mijn zak gestopt.” Op het formulier stond verder: “Ik ben bereid de door mij veroorzaakte schade volledig te vergoeden en daarvoor een terugbetalingsregeling te treffen.”
Misbruik van omstandigheden
Daarnaast had zij een schuldbekentenis ondertekend, waarin zij € 2.500,- in maandelijkse termijnen van € 150,- zou voldoen. Na vele sommaties was het bedrag inmiddels opgelopen tot € 4.525,56. Het incassobureau vorderde het geldbedrag bij de rechtbank
De werkneemster stelde zich o.a. op het standpunt dat zij door bedreiging, althans doordat haar werkgever misbruik heeft gemaakt van de omstandigheden, is gebracht tot ondertekening van de verdachtenverklaring en de schuldbekentenis. De supermarktmanager zou haar in aanwezigheid van haar collega hebben beschuldigd van het wegnemen van geld. Hierdoor was zij over haar toeren geraakt. De werkgever heeft haar gedreigd de politie in te schakelen en haar pleegmoeder erbij te betrekken, hetgeen werkneemster wilde voorkomen. Onder deze druk heeft zij getekend.
Is er sprake van volle vrijheid?
De kantonrechter is van oordeel dat een 18-jarige scholiere, die van verduistering wordt verdacht, gezien haar jeugdige leeftijd en onervarenheid alsmede haar afhankelijke positie, ervan moet worden weerhouden om een belastende verklaring en een schuldbekentenis te ondertekenen. Dit zou alleen kunnen als de werkgever zich ervan heeft verzekerd dat de werkneemster dit ‘in volle vrijheid’ heeft gedaan, bijvoorbeeld na overleg met een ouder of een andere vertrouwenspersoon. maar daarvan is niet gebleken. De voorgedrukte passage in de verdachtenverklaring ‘Ik heb deze verklaring geheel vrijwillig afgelegd’ vond de rechter niet voldoende.
Conclusie: vernietiging verdachtenverklaring
Om deze reden vernietigde de rechter de verdachtenverklaring en de schuldbekentenis wegens misbruik van omstandigheden van de zijde van Albert Heijn. De vordering is daarmee afgewezen.
Lees hier meer over ontslag op staande voet wegens diefstal.
Men mag geen misbruik maken van een bepaalde toestand waarin iemand verkeert, bijvoorbeeld als gevolg van jeugdigheid of een afhankelijke positie, door deze persoon te bewegen een rechtshandeling aan te gaan. Dit volgt uit artikel 3:44 BW. Dat geldt ook voor een werkgever. Wanneer deze misbruik maakt van omstandigheden, kan de werknemer van wie misbruik is gemaakt, de verklaring of overeenkomst die door dit misbruik tot stand is gekomen vernietigen. In juridisch opzicht heeft deze verklaring of overeenkomst dan nooit bestaan.